L.R. Voetbal Academie

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu

Taken

DE TRAINER

TAKEN


Balbezit tegenpartij: verdedigen/storen/doelpunten voorkomen


Ver van het doel af gaat het om het storen van de opbouw van de tegenstander;

- vooral niet uitgespeeld worden
- dicht bij elkaar spelen (compact)
- druk op tegenstander geven

Dicht bij het eigen doel gaat het vooral om het scoren van de tegenstander te voorkomen en daarnaast de bal terug te winnen;

- doel goed afschermen en (indien noodzakelijk) rugdekking geven
- tegenstander en bal vóór je houden
- schoten blokkeren
- bal veroveren
- geen onnodige overtredingen maken!





Balbezit: opbouwen/aanvallen/scoren

Dicht bij het eigen doel gaat het om opbouwen;
- organisatie, veldbezetting, onderlinge afstanden bewaken
- goed verzorgd positiespel met het doel de bal te houden en de pass vooruit/in de diepte gespeeld te krijgen
- Bij het doel van de tegenstander gaat het om creëren van scoringskansen en het scoren zelf


• Balbehandeling
Balcontrole of balbehandeling toont aan hoe goed een speler een bal onder controle houdt. Een speler met een slechte balbehandeling laat vaak de bal van zijn voet springen. Balbehandeling is bij iedere veldspeler een belangrijke kwaliteit.

• Handelingssnelheid
Hoe beter de kwaliteit voor handelingssnelheid is, hoe sneller de speler een actie kan maken of een pass kan geven. Handelingssnelheid is een algemene waarde en is dus van belang voor alle veldspelers.

• Verdedigen
De naam zegt het al, verdedigen is een kwaliteit die bij spelers met een verdedigende taak aanwezig moet zijn. Verdedigen is een verzameling van alle verdedigende aspecten zoals b.v. slidings, positionering en het maken van kleine overtredingen.

• Koppen
Koppen is de kwaliteit die een speler heeft voor zowel aanvallend als verdedigend koppen. Deze kwaliteit is daarom ook vooral bij spelers van belang die dicht bij één der doelen staan, in dit geval dus de verdedigers en centrale aanvallers.

• Snelheid
De kwaliteit snelheid spreekt voor zich. Snelheid is vooral belangrijk voor vleugelspitsen en backs, en in mindere mate voor de andere verdedigers en aanvallers.

• Loopvermogen
Iedere speler heeft een goed loopvermogen nodig om niet overlopen te worden door de tegenstander. Voor middenvelders is loopvermogen één van de belangrijkste kwaliteiten.

• Spelinzicht
De laatste man en de spelverdeler zijn de mensen die over het algemeen het meest in balbezit zijn. Deze spelers moeten dan ook een goed spelinzicht hebben. Deze spelers zijn ook meestal aanvoerder van het team, een soort 'spelende trainer'.

• Traptechniek
Traptechniek is een waarde die aangeeft hoe nauwkeurig een speler een bal over kleine of grote afstand kan passen (binnenkant voet / wreeftrap. Deze waarde is van groot belang voor de spelverdeler, laatste man en de vleugelspitsen.

• Creativiteit
De waarde voor creativiteit laat zien hoe goed een speler is in het vinden van openingen in de defensie van de tegenstander. Net als bij traptechniek is deze waarde belangrijk voor de spelverdeler, laatste man en de vleugelspitsen.

• Doelgerichtheid
Doelgerichtheid vind je vaak terug bij spelers die veelvuldig in scoringspositie komen. Dit geldt dus vooral bij spitsen, middenvoors en aanvallende middenvelders.

 

Kwaliteiten doelman
   • Reactiesnelheid
   • Beheersing van het doelgebied
   • Hoge ballen
   • Meevoetballen
   • Uitlopen
   • Één tegen één duel
   • Spelinzicht
   • Spelhervattingen
   • Uitstraling
   • Strafschoppen stoppen

- de doelman moet de kans op een tegendoelpunt zo klein mogelijk maken



• Karakter
Iedere voetballer heeft een eigen karakter. Zo'n specifieke persoonlijke eigenschap kan het gedrag van een voetballer beïnvloeden. Er zijn acht karaktereigenschappen:
   • Arrogant (verwaand)
   • Bedachtzaam (voorzichtig en beraden)
   • Egoïstisch (zelfzuchtig)
   • Extrovert (loslippig)
   • Introvert (in zichzelf gekeerd mens)
   • Betrouwbaar (geloofwaardig)
   • Verantwoordelijk (aansprakelijk)
   • Zelfverzekerd (vol vertrouwen)



• Persoonlijkheid

Heeft een speler zelfvertrouwen. Is het iemand met doorzettingsvermogen. Heeft hij gevoel voor de situatie in de groep. Is de speler coachbaar.



• Motorisch
• Sociaal
• Gedrag
• Overtuiging
• Wil om winnaar te zijn
• Durf, lef, geen faalangst
• Verantwoordelijkheid nemen, en afdwingen
• discipline, teamspirit, teamgeest





Spelbedoelingen



Balbezit tegenpartij
Aanvallers
Techniek:

Ruimte achter je afschermen
Effectieve loopacties (laag in de knieën)
Bal afpakken (zonder overtreding)


Inzicht:

Dwingen tot breedtepass, diepte afschermen
Naar zijkant(en) dwingen/insluiten/niet laten ontsnappen
Druk op de balbezittende speler en houden
Juist moment herkennen om aanval op de bal te doen(coachen van achteruit)
Kort tegen eigen spelers terugzakken (vooral niet uitgespeeld worden)
Tegenstander insluiten (terugpass weghalen)


Communicatie:

LEZEN van bedoelingen van tegenstander aan de bal
Contact houden met andere medespelers
Door middel van loopacties en samenwerking aangeven, waar en wanneer de bal veroverd gaat worden.
Middenvelders:

Techniek:

Tegenstander afschermen
Effectieve loopacties (laag in de knieën)
Bal afpakken
Wendbaarheid, reactievermogen
Inzicht:

Juiste veldbezetting (voor -achterwaarts, naar binnen en naar buiten knijpen)
Rugdekking geven
Directe tegenstander dekken
Diepte wegnemen
Gevaarlijkste tegenstander overnemen
Niet laten uitspelen
Bij elkaar spelen, compact
Tegenstander insluiten (terugpass weghalen)
Communicatie:

Elkaar coachen, zeker aanvallers
Anticiperen op verdedigende acties van voorste speler (b.v. een hoek in dwingen)
Verdedigers:

Techniek:

Effectief lopen, tegenstander volgen
Fore-checken
Blocktackle, slidingtackle
Verdedigend koppen
Inzicht:

Zeer kort dekken
Niet laten uitspelen
Rugdekking geven, niet te veel uit het centrum laten trekken, altijd doel afschermen
Gevaarlijkste tegenstander overnemen (gaat vóór eigen directe tegenstander)
Communicatie:

Coachen spelers eigen team
Stimuleren medespelers
De doelman:

Techniek:

Het verwerken van de bal (voetenwerk, springen, vangen, vallen, tippen, stompen, luchtduel, 1v1 duel)
Inzicht:

Positieopstelling (diepteballen, lobs, 1v1 duel, voorzetten, schoten/kopballen op het doel)
Organisatie bij (scheidsrechtersbal, aftrap, inworp, vrije trappen, corners, penalty)
Communicatie:

Coaching (ver van het doel, bal op schietafstand, ballen tussen medespelers en de keeper)
Organiseren, leiding geven

Doelverdediger:

Techniek:

Passen en trappen (kort/lang)
Aannemen en verwerken van de bal
Dribbelen
Inzicht:

Juiste positie kiezen (centraal, zijwaarts linker/rechterkant)
Verplaatsen van het spel
Naar voren denken/doen
Geen risico’s
Terugpass mogelijk maken
Communicatie:

Lezen/herkennen van de spelsituatie
Juiste balsnelheid
Juiste moment van aanbieden
Stimuleren tot aanvallen
Coachen medespelers in opbouw
Verdedigers:

Techniek:

Passen en trappen (kort/lang)
Aannemen en verwerken van de bal
Dribbelen
Afschermen van de bal
Inzicht:

Juiste positie kiezen (centraal, zijwaarts linker/rechterkant, voor/achterwaarts)
Verplaatsen van het spel
Naar voren denken/doen
Geen balverlies, geen risico’s
Breedtespel is middel om dieptepass gespeeld te krijgen
Terugpass mogelijk maken
Communicatie:

Lezen/herkennen van de spelsituatie
Juiste balsnelheid
Juiste moment van aanbieden
Stimuleren tot aanvallen
Coachen medespelers in opbouw
Middenvelders:

Techniek:

Passen en trappen (kort/lang)
Aannemen en werken van de bal
Dribbelen, individuele passeeractie
Afschermen van de bal
Schieten op doel
Inzicht:

Juiste veldbezetting (ruimte optimaal benutten/onderlinge afstanden)
Juiste moment vragen om de bal
Spelverplaatsing van links naar rechts en andersom
Geen balverlies, geen risico’s
Jezelf vrijspelen voor passeeractie, 1-2 combinaties, overnames
Doelgerichtheid (schieten, koppen)
Terugpass mogelijk maken
Communicatie:

Lezen/herkennen van de spelsituatie
Juiste balsnelheid
Juiste moment van aanbieden
Stimuleren tot aanvallen
Coachen medespelers in opbouw
Aanvallers:

Techniek:

Aannemen en vrijmaken van de bal
Schijn/passeeractie
Doelgerichtheid (schieten, koppen, stiften, lob)
Kaatsen
Afschermen van de bal
Passen
Inzicht:

Ruimte groot houden/maken (diepte)
Opbouw overige spelers goed meelezen
Juiste moment vragen om de bal
Ruimte maken voor opkomende middenvelder aan de zijkant (wegblijven)
Communicatie:

Coachen medespelers in opbouw
Je laten zien en horen (naar de bal toe/in diepte
Techniek, tactiek, fysiek en mentaal in één pakket.



Techniek                     tactiek                         fysiek               mentaliteit

Positie                     positie                      positie            positie

moment                   moment                     moment          moment

richting                    richting                      richting          richting

snelheid                   snelheid                     snelheid          snelheid



                                                                                                                     

Speelwijze, formatie/systeem en veldbezetting

De wijze waarop een elftal speelt is over het algemeen terug te zien in de formatie/systeem van de spelers in het veld. Er wordt gesproken van bijvoorbeeld een 1:4:3:3 0f 1:3:4:3 of 1:4:4:2 formatie, etc. In welke formatie(systeem) er ook wordt gespeeld, spelers dienen zich te houden aan de bij die formatie horende veldbezetting. De keuze van een speelwijze en de daarbij te hanteren formatie heeft vooral te maken met de karakteristieken van de spelers. Verder met o.a. het belang van de wedstrijd (opleiding jeugdspelers, of winnen van een competitie?) weerstand, stand in de competitie e.d.

Elke formatie kent min of meer zijn eigen veldbezetting. Bij elke formatie en de daarbij behorende verschillende posities zijn taken en functies te onderscheiden. Belangrijk is dat iedere speler deze taak en die van zijn medespelers kent. Naast de kennis hebben van deze taken gaat het er vervolgens om er in de wedstrijd naar te handelen. De uitvoering van de taken door de spelers is afhankelijk van het inzicht in het spel, het herkennen van voetbalsituaties. Tevens moeten de spelers over voldoende technische vaardigheid beschikken en het vermogen hebben te communiceren met de omgeving.

De meest logische veldverdeling /veldbezetting zeker in het kader van het jeugdvoetballeerproces, is de keeper, drie verdedigers, drie middenvelders, en drie aanvallers. Rest dan nog een speler, "de vrije man". Afhankelijk van niveau, bedoeling van de wedstrijd en fase van het leerproces kan deze positie worden ingevuld:

Achter de drie verdedigers
Voor de drie verdedigers
Wisselend voor, achter, of tussen de 3 verdedigers.
Extra op het middenveld, bijvoorbeeld in een ‘ruit’ formatie
Extra aanvaller, als schaduwspits achter een diepe spits
Perssonlijk ben ik voorstander van wisselend voor, achter of tussen de drie verdedigers.



In de uitwerking van de diverse taken wordt in ons voorbeeld uitgegaan van een 1:4:3:3 formatie. De taken en functies die bij het spelen van deze formatie om de hoek komen kijken, moet de coach kennen. Alleen dan kan hij immers de spelers van het team verder helpen.

Het is belangrijk dat iedere speler weet wat de bedoelingen zijn ( en wat er van hem gevraagd wordt op die positie) en op welke wijze deze gerealiseerd moeten worden. Dit zowel gezien vanuit de speelwijze van het gehele team, de verschillende linies, als de posities en taken individueel.



Belangrijke elementen zijn:

Basisformatie: eigen team
De bedoelingen van: 1 individu, 2 linies en het gehele team
Het moment: de bal in bezit, de tegenpartij in balbezit en omschakelen

Een speelwijze van een elftal is gebaseerd op:

1. Resultaat, in voetballen gaat het om winnen

2. Spelvreugde / leereffect.



In jeugdvoetbal gaat de ontwikkeling van spelers boven het behalen van het kampioenschap.

Voor de coach is er een ander doel (leren voetballen) dan voor de spelers, waarvoor het kampioenschap wel degelijk het doel is. Voor hen gaat het om winnen. Aan de spelers worden hoge eisen gesteld. Tijdens de wedstrijd wordt duidelijk of de spelers aan deze eisen kunnen voldoen.



Op de volgende vragen komt tijdens de wedstrijd een antwoord:

1. Wordt de doelstelling gehaald? (Is er resultaat)

2. Wordt de taak begrepen? (Toont de speler inzicht? Begrijpt hij het?)

3. Wordt de taak goed uitgevoerd? (Kan de speler het?)

4. Is er een goede samenwerking, voldoende evenwicht, voldoende communicatie?



Algemeen:

Om de gekozen speelwijze uit te kunnen voeren, is het noodzakelijk om er in besprekingen, trainingen en nabesprekingen van de wedstrijd de nodige aandacht aan te besteden. Steeds weer dient aan de orde te komen:

De formatie, veldbezetting, veldverdeling ( wie speelt waar?)
De speelwijze ( hoe wordt er opgebouwd, aangevallen en verdedigd en welke spelers spelen in de verschillende momenten welke rollen?)
Taken en verantwoordelijkheden van de verschillende posities (individueel, in een linie of als gehele team)
De kwaliteit van het positiespel - moet een routinezaak worden waar het elftal steeds weer aan werkt, de perfectie zien te bereiken ( inzicht in de bedoelingen van het positiespel).
Het winnen van 1 tegen 1 duels (inclusief het duel om de zogenaamde afvallende ballen)
Het rendement in de eindfase van het positiespel (worden er scoringskansen gecreëerd door het centrum en /of over de vleugels?).
Het benutten van kansen. Het scoren.
De positienummers zijn:

1. Doelman

2. Rechter vleugelverdediger

3. Centrale verdediger

4. Centrale verdediger

5. Linker verdediger

6. Rechter middenvelder

7. Rechtervleugelspits

8. Linker middenvelder

9. Centrumspits

10. Aanvallende middenvelder

11. Linkervleugelspits





Taken van het totale team



Balbezit

(opbouwen/aanvallen/scoren)

Het gaat vooral om het positiespel, de kwaliteit van het positiespel, het ritme van het positiespel

Bedoeling van het positiespel is vooral de dieptepass gespeeld te krijgen.

Veldbezetting belangrijk, vooral de afstanden tussen de spelers in de as of op de flank (niet te kort en niet te lang)

Positiespel vraagt continu concentratie en scherpte (mee blijven doen en meebeleven) Alles blijven zien.

In de routinezaken vooral trachten perfectie te bereiken; dus geen foute passes, geen onnodig balverlies, niet onnodig lopen, juiste balsnelheid, op maat, juiste been etc.

Er moet zeer veel gevoetbald worden (positiespel) om een paar kansjes te creëren

Bij het veroveren van de bal na het jagen is het belangrijk niet te gehaast te spelen, dit vraagt een ander soort concentratie, dus niet te agressief en geen foute ballen (omschakelen van instelling).

Hierna voorzet, beweging in strafschopgebied, voldoende mankracht, niet afwachten, zoeken naar mogelijkheden. Als tegenstander ver terugtrekt dan des te meer geduld in de opbouw (niet laten verleiden tot dieptepass als het niet echt kan). Attent zijn op mogelijkheid voor diepte, dus niet verzanden in eindeloos breedtespel (concentratie op diepte!). Communicatie tussen speler aan de bal en spelers voorin.

Principe van aanvallen is vooral de diepte zoeken via de vleugel- en centrale spits(en).

7 spelers (1,2,3,4,5,6 en 8) functioneren voorwaardelijk voor de 3 aanvallers en een aanvallend ingestelde middenvelder.



Balbezit tegenpartij

(verdedigen/storen/doelpunten voorkomen)

Uitgangspunt: de bal zo snel mogelijk zien te winnen - zover mogelijk van eigen doel af. Voorwaarden: een goede organisatie, begrip en inzicht bij iedereen en concentratie. De 3 linies, alle spelers dus, hebben een taak hierin.

1 - Spitsen heb je nodig - vleugelspitsen snel herstellen en knijpen.

- ondersteuning aan degenen die pressing moeten doen

- ook hierin juiste positie kiezen ( 15-20 meter)

2 - Ondersteuning van achteraf; 3 mandekkers + 1 vrije man.

- Balbezitter scherp dekken en niet uitgespeeld worden.

- Kettingreactie: op juiste moment gaat er een speler een aanval op de bal doen; de rest moet zich daaraan aanpassen; de eerste 2 spelers zitten wellicht nog net mis, maar de derde of vierde ( een soort 'kettingreactie') moet de bal uiteindelijk winnen.

- Tegenstander dwingen zo weinig mogelijk bij eigen goal te komen.

- Opbouw tegenpartij goed volgen: Tegenstander is vaak in aanvallende posities, dus kwetsbaar, loeren op moment om de bal terug te winnen.

- 1 tegen 1 situaties moeten effect hebben, dus bal veroveren, speelmogelijkheden afgrendelen, in de val lokken en toeslaan.

Zover mogelijk van de goal af verdedigen.

Afspraken maken over buitenspel ( een speler regelt een en ander). Hoe meer tegenstanders op een lijn hoe complexer en gevaarlijker!

Algemeen: ver van het eigen doel af en iedereen pikt de tegenstander(s) op die in de eigen zone zonder bal komen.

Terugzakken tot cirkel /middenlijn of direct 'vastzetten"

Fore-checking voor middenlijn (bij cirkel).

Iedereen doet mee - snel omschakelen in teamverband.

Het spelen van de lange dieptepass of een slechte breedtepass door de tegenpartij is het moment om op de bal te gaan jagen, vooral wanneer de bal niet optimaal gespeeld wordt ( direct 'ontsnappingswegen' in de directe omgeving afgrendelen).

Volgorde in de aanpak om bal terug te krijgen:

- Routines (positie kiezen, klein maken, terugwijken).

- Moment herkennen

- Pressing middenveld en verdediging ( het versnellen/opsluiten0

- Storen

- Jagen

- Bal veroveren

Niet steeds in het hoogste tempo storen en jagen, goede moment kiezen en dan 100% ( zie kettingreactie verhaal), wel zelf initiatief erin nemen, de tegenstander in moeilijke positie dwingen ( bijv. naar hun 'slechte' opbouwende flank of speler)



Taken per linie

Balbezit

(opbouwen/aanvallen/scoren)

Keeper1, Verdediging 2, 3, 4, 5

Geen onnodig balverlies

Hoge balsnelheid, snel verplaatsen van het spel

Foutloos in de opbouw spelen

Positioneel goed spelen, ruimte optimaal benutten 9 ook t.o.v. spitsen tegenpartij)

Steeds bedoeling hebben spelers vrij te spelen

Elkaar goed coachen hierin

Goede onderlinge communicatie

In achterhoofd houden wat te doen bij balverlies.



Middenveld 6, 8

Goed in de eigen zone spelen, niet te vroeg de diepte in, veldbezetting optimaal houden

Geen onnodig balverlies, niet onnodig lopen met de bal

In relatie tot aanvallers 7, 9,10 en 11 dienende rol; dus dienend, voorwaardelijk spelen.

Alles gericht op het realiseren van scoringskansen .



Aanval 7, 9, 10, 11

3 aanvallers

Veldbezetting optimaal houden ( veld zo groot mogelijk houden)

Nr 10 niet te vroeg naar bal toe vragen, bij dieptepass van de verdedigers.

Individuele mogelijkheden, zo gevarieerd mogelijk, van deze drie aanvallers zijn zeer belangrijk in deze speelwijze, belangrijk wapen, er zit dus risico in.

Variatie in wijze van vrijlopen

Bij voorzetten van zijkant 4 man in strafschopgebied opduiken ( bijvoorbeeld: voorzet van 11 dan 10,9, 7 en 6 in het strafschopgebied)

Optimale communicatie met 'opbouwers'. Goed 'lezen' hoe opbouw zich ontwikkelt, moment voor diepte herkennen en zelf voorwaarden creëren om zo gunstig mogelijk uit te komen bij aanspelen van achteruit.

Alles gericht op Scoren!





Balbezit tegenpartij

(verdedigen/storen/doelpunten voorkomen)

Keeper1, Verdediging 2, 3, 4, 5

Elkaar goed coachen t.a.v. wat je ziet ( overnemen, wisselen, buitenspel e.d.)

Hoe dichter bij eigen doel en het strafschopgebied, hoe scherper de 2, 3 en 5 moeten dekken.

Getracht moet worden om 4 niet in 1 tegen 1 situaties te krijgen > verantwoordelijkheid overige verdedigers /middenvelders

Slim verdedigen - geen overtredingen.

"Invechten" in tegenstander, technisch goed doen, geen overtredingen.



Middenveld 6, 8 en 10

2 middenvelders controlerend; niet te diep en op verkeerde moment over eigen vleugelspitsen heen.

1 middenvelder ( 10 ) heeft 'schakelfunctie' met centrale spits.

Slim en met verstand, zonder onnodige overtredingen, niet te wild verdedigen.

Wanneer een van de drie middenvelders niet scherp dekt ontstaan er problemen. Tegenstander krijgt ontsnappingsmogelijkheid.

Niet gemakkelijk laten uitspelen, druk op de tegenstander houden

Lichaam gebruiken

Niet happen, maar voor je houden

Middenveld goed aansluiten, bij spitsen en man in je zone dekken, met hem mee in je zone.

"Knijpen" ( = naar kant van de bal toe rugdekking geven of ruimte wegnemen) van de middenvelders aan de zijkant: 6 en 8 bij aanvalsopbouw tegenstander aan andere zijde van het veld.



Aanval 7, 9, 11

Bij opbouw tegenpartij terugzakken helft tegenstander en tot helft tegenstander.

Vooral onderling verband intact houden, gevoel voor de posities hebben. ( 'meeschuiven' naar kant van de bal)

Opbouw tegenstander afschermen en dieptepass voorkomen.

Juiste moment kiezen om jagen op de bal in te zetten ( herkennen van moment)

7, 9en 11 zijn verantwoordelijk voor 4 verdedigers van tegenpartij.



Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu