L.R. Voetbal Academie

Zoeken
Ga naar de inhoud

Hoofdmenu

F pupillen

DE TRAINER > Kenmerken

De kenmerken van de F-jeugd
De belangrijkste uitgangspunten bij de F-pupillen zijn:
Spontaan bewegen, lekker kunnen spelen en plezier hebben samen met leeftijdsgenootjes.
Bij de F-pupillen maakt de pure speelinstelling uit de kleuterfase langzamerhand plaats voor de
leerinstelling. Daarom is het ook een geschikte leeftijd om met voetballen in teamverband te beginnen.
Hoewel de spelertjes vaak nog heel egocentrisch zijn, kunnen ze toch al enkele basisregels voor een
teamsport begrijpen en regelmatig toepassen. We zien een eenvoudig samenwerkingsgedrag.
Profiel van een F-pupillen trainer-coach:
Een goede F-trainer is op de eerste plaats een goede begeleider, die op de hoogte is van de specifieke
kenmerken voor deze leeftijd. Hij straalt rust en vriendelijkheid uit en heeft erg veel geduld. Het directe
wedstrijdresultaat is voor hem volstrekt van ondergeschikt belang.
Hij kan goed communiceren met de ouders, die vaak heel betrokken zijn bij de eerste stappen van hun kind
in de voetbalwereld. Tijdens trainingen beseft hij dat deze kinderen geen behoefte hebben aan uitgebreide
tekst en uitleg, maar dat het vooral belangrijk is om zelf het goede voorbeeld te geven.
Een goede F-trainer-coach speelt, zeker bij het kiezen van de oefenvormen en het coachen in op de rijke
fantasiewereld van zijn spelertjes.

Tips voor de F-pupillen trainer-coach:
_ Stel nieuwe F-spelertjes op hun gemak door uitleg te geven van nieuwe materialen, speelveld,
accommodatie en gewoonten van de club. Ga er daarbij vanuit dat één keer vertellen onvoldoende is.
_ Laat F-spelertjes vragen stellen en stel steeds vragen aan het kind. Door tweerichtings-communicatie
ontstaat er een goed contact en een hechte band. Dat laatste is immers de basis voor eeb fijne
kennismaking met het voetballen.
_ Leef met de kinderen mee. Probeer je te verplaatsen in de wereld van het kind.
_ Straf niet voortdurend, zelden of nooit! Straf heeft vaak een schrikeffect dat meestal direct negatief
werkt. Op lange termijn heeft regelmatig straffen het nadeel dat kinderen bang worden, de leider en
daarmee ook het voetballen niet meer leuk vinden en zelfs stoppen met voetballen. Belonen wat het
kind goed doet, is vaak veel effectiever dan straffen wat het kind fout doet. Positief denken en
formuleren!
_ Streef naar een goed contact met de ouders. Ouders kunnen vaak goede informatie geven over de
achtergronden van het gedrag van hun kind. Het gebeurt maar al te vaak dat leiders zelfs niet op de
hoogte zijn van gezondheidsproblemen van hun spelertjes. Een goed contact met de ouders levert
dikwijls een positieve houding op ten opzichte van de vereniging, die het kind overneemt.
Concrete aandachtspunten bij de training:
Het leren beheersen van de bal staat centraal in deze fase. De trainingen moeten vooral gezien worden als
het speeluur (spelplezier) dat bij voorkeur door of onder supervisie van opgeleide deskundigen wordt
geleid.
Enkele belangrijke uitgangspunten:
_ Breng een vaste structuur aan tijdens het instructiegedeelte van de training. De spelers moeten de
trainer-coach en de demonstratie goed kunnen zien. Beperk je tot één of hoogstens twee
aandachtspunten en maak gebruik van kernwoorden. Realiseer je dat de informatie en een later stadium
weer herhaald moet worden.
_ Begin niet met de instructie als er nog spelertjes aan het spelen zijn. Het komt nogal eens voor dat de
uitleg van de volgende oefening begint, voordat de spelertjes klaar zijn. Zij moeten dan aan andere
spelers vragen wat de bedoeling is, hetgeen weer leidt tot problemen bij de uitvoering.
_ Als een beweging net is uitgevoerd, zijn kinderen van deze leeftijd nog steeds in hun beleving van die
beweging. Haal ze dus eerst ook mentaal uit de oefening voordat je met de nieuwe instructie begint.
Laat daarbij geen ‘afleiders’ binnen handbereik van de spelertjes. Een bal of een pilon nodigen uit tot
spelen in plaats van opletten.
_ Voordoen/nadoen blijft een essentieel kenmerk van instructie geven. Aangezien het kind erg is ingesteld
op het concreet waarneembare, werkt een plaatje vaak beter dan een praatje. Laat het daarbij niet bij één
keer voordoen, F-pupillen zien niet alles in één keer. Na een paar keer voordoen begrijpen ze pas de
bedoeling.
_ Het accent moet liggen op een brede bewegingsscholing met behulp van speelse, doelgerichte
oefenvormen. Met dat laatste wordt bedoeld het gebruik van speelse bewegingsvormen die een
voorbereiding zijn op de latere techniek. Het doel ligt in het ontwikkelen van bewegingsgevoel. Kies
bewegingsactiviteiten waarbij iedereen tegelijk actief is. Wachten past zeker niet bij deze leeftijdsgroep.
Een voetbalsituatie daagt immers uit!
_ Breng voldoende variatie aan in de bewegingsactiviteiten. Een kind van deze leeftijd vindt het saai om
steeds weer hetzelfde te doen, tenzij hij echt speelt. Kleine variaties in de organisatie (een andere
loopweg, andere partijen) en in bewegingsvormen kunnen motivatie weer snel doen toenemen.
_ Van specifieke techniektraining is nog geen sprake.
_ Bij het voetballen van de F-jeugd mag nog niet het accent gelegd worden op tactiek en doelgerichte
samenwerking. Dat druist namelijk in tegen de natuur van het kind op die leeftijd. Kies voor eenvoudige
spelen met zeer weinig regels. Het doel is scoren en daar moet ook tijdens de trainingsactiviteiten het
accent op liggen.
_ Bij de wat oudere F-jeugd ontstaat de wedijver en dus automatisch de behoefte aan afspraken.
_ Het spel blijft het karakter dragen van spelers: winst of verlies zijn wel belangrijk, maar symbolisch.
Het blijft ‘maar’ spel. Het is wel ernstig gemeend (afspraken) maar geen bittere ernst. De spelsfeer moet
aanwezig zijn, anders heeft verder spelen geen zin.
_ Wissel regelmatig de samenstelling van groepen tijdens de spelvormen en dat geldt ook voor de plaats
of taak binnen een spelvorm. Het is nog veel te vroeg voor specialisme.
_ Zowel tijdens de spelvoren als in de wedstrijden dient de leiding te functioneren als spelleider en niet
als scheidsrechter.
_ Voor de aandacht van voor de eenvoudige basistechnieken geldt: iedere speler een bal!
_ Het belangrijkste uitgangspunt bij de F-jeugd is wennen door spelen. Geef de kinderen daar ook alle
ruimte voor, bij voorkeur in kleine groepen. F-pupillen moeten zelf zoeken naar oplossingen. Kauw als
jeugdtrainer dus niet alles voor. Spelcreativiteit ontwikkelen kost veel tijd, maar kent uiteindelijk een
hoog rendement.


Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu